De symboliek achter elk ontwerp
Een van de fascinerendste aspecten van Oosterse tapijten is de diepgaande symboliek achter de patronen en kleuren. Elk motief vertelt een verhaal, en in veel culturen hebben tapijten niet alleen een esthetische, maar ook een spirituele en culturele waarde. Geometrische patronen, zoals driehoeken, ruiten of zeshoeken, symboliseren vaak de eeuwigheid, de goddelijke bescherming of de cyclus van het leven en creëren een verbinding tussen de aardse en de hemelse wereld. Deze patronen zijn een uitdrukking van oude wijsheid, die in eenvoudige vormen de complexiteit van het bestaan weerspiegelt. Bloemmotieven zijn ook krachtig in hun symboliek, vaak gebruikt om het paradijs of de tuin van Eden te vertegenwoordigen - een heilige plaats van perfectie en overvloed. De gestileerde bloemen en bladeren in Perzische Oosterse tapijten bijvoorbeeld roepen het idee van vernieuwing en voortdurende groei op en symboliseren het vermogen van de mens om zelfs onder moeilijke omstandigheden te gedijen. In sommige culturen vertegenwoordigen dieren op de tapijten wenselijke eigenschappen zoals kracht, bescherming of loyaliteit. De leeuw, een veelvoorkomend motief, is een symbool van macht en moed. Ook de kleuren dragen een diepere culturele betekenis: rood staat voor vitaliteit en moed, blauw symboliseert goddelijke bescherming en kalmte. Deze kleuren, die uit natuurlijke kleurstoffen worden gewonnen, geven de tapijten een extra waarde, omdat ze het resultaat zijn van eeuwen van experimenten en de verfijning van de pigmentproductie uit planten, mineralen en insecten.